De lange schaduw van Pluisje
Ik hoop dat iedere azijnzeiker die klaagde over de hardheid van het Nederlands elftal in de WK-finale van vier jaar geleden in Zuid-Afrika de beelden van de eindstrijd van 1978, die de afgelopen dagen meermaals de revue passeerden, eens goed op zich heeft laten inwerken. Over schoppartijen gesproken. Nondeju. Hoe Argentijnen en Nederlanders elkaar 36 jaar geleden naar het leven stonden, daarbij vergeleken was de schande van Johannesburg kinderspel. Je gaat bijna denken dat betekenisvolle kreten als ‘Bloed aan de paal’ en ‘Voetbal is oorlog’ speciaal voor die ene wedstrijd in Buenos Aires te zijn bedacht.
Aan Rensenbrinks bal op de paal kort voor tijd zullen oudere voetballiefhebbers dezer dagen nog weleens herinnerd worden. Ongetwijfeld meer dan hen lief is. Die paal vormde voor Nederland een even groot obstakel naar de wereldtitel als die teen van Casillas in 2010. Dichterbij WK-goud is Oranje nooit geweest. Al mogen we betwijfelen of die onfortuinlijke intikker van Rensenbrink in 1978 wel had volstaan. Ook al zou het slangenmens hebben gescoord, dan nog geloof ik nooit dat Nederland wereldkampioen was geworden. Dan had die Italiaanse scheidsrechter ongetwijfeld net zo veel blessuretijd bijgeteld totdat de Argentijnen zouden hebben gelijkgemaakt en uiteindelijk zouden hebben gewonnen. Zó’n WK was dat... Gastland Argentinië moest koste wat kost winnen. Iets anders hadden de toenmalige militaire machthebbers van het land nimmer getolereerd.
Het huidige Oranje treedt in de voetsporen van de generatie van 1978. De geschiedenis herhaalt zich voor neerlands voetbalglorie. Ook destijds mocht het een klein wonder heten dat Nederland het zover schopte op het WK. Van het totaalvoetbal waarmee we vier jaar eerder de wereld veroverden, was weinig meer over. ‘La naranja mecanica’ bestond niet meer. Johan Cruijff en Willem van Hanegem bleven om uiteenlopende redenen thuis. Moeizaam worstelde een alles behalve sprankelend Oranje zich door een groep met Iran, Peru en Schotland. Een opleving tegen Oostenrijk, West-Duitsland en Italië bracht Nederlands elftal zowaar naar Buenos Aires voor een finale tegen Argentinië die het nooit kon winnen. De rest is voltooid verleden tijd.
Ik kan me ook nog vaag een wedstrijd herinneren, die ik als dertienjarig jochie op tv zag, die de toenmalige WK-finalisten een jaar later in Zwitserland afwerkten ter gelegenheid van het zoveeljarig bestaan van de FIFA. Opnieuw gaven beide landen elkaar geen duimbreed toe. Simon Tahamata droeg die avond in Bern voor het eerst het oranje shirt. Voor de wereld betrof het echter vooral een eerste kennismaking met een ander fenomeen. Een achttienjarig ventje dat luisterde naar de naam Diego Armando Maradona. Ook zijn geschiedenis is bekend. In 1986 bezorgde ‘Pelusa’ (Pluisje) zijn land in Mexico-City een luid omjubelde tweede wereldtitel. Maradona’s aanwezigheid hangt sindsdien als een donkere schaduw boven de Albiceleste, zoals de bijnaam luidt van het Argentijnse nationale elftal.
Die onvoltooid verleden tijd draagt met name Lionel Messi met zich mee. ’s Werelds beste voetballer van dit moment won al alles wat hij kon winnen, behalve… Juist ja, de FIFA World Cup. Om zijn illustere landgenoot naar de kroon te steken moet Maradona’s natuurlijke erfgenaam aanstaande zondag in het Maracanã de trofee omhoog houden. Slechts de wereldtitel verleent de huidige Argentijnse superster legitimiteit uit Maradona’s schaduw te stappen en aanspraak te mogen maken op de eretitel beste voetballer aller tijden!
Het is aan het onvoorstelbare Oranje om vanavond in São Paulo de droom van Messi en 43 miljoen verwachtingsvolle Argentijnen ruw te verstoren. En waarom zou dat niet kunnen? De onvoltooid tegenwoordige tijd oogt florissant voor Oranje. Ik kijk bij dit WK nergens meer vreemd van op. Wat Van G’eni’aal, Robben, Kuijt, Krul en al die anderen flikken overtreft alle voorstellingsvermogens. Kijk je naar de kwaliteiten van de huidige selectie dan kan het eigenlijk helemaal niet hoe Oranje in Brazilië de tegenstanders van zich afschudt. Het zou mij niet verbazen dat ik maandagochtend wakker word en het allemaal een hele mooie droom blijkt te zijn geweest.
Rob Kruitbosch