COLUMN: TUSSEN BERG EN BOS

Gekleurde geschiedenis

Ik vrees dat ik mijn mening moet herzien. Lang heb ik gedacht dat er in dit fantastische land geen irritantere mensen rondlopen dan de zeurpieten die namens diverse wijkraden ongevraagd en naar eigen inzichten Apeldoorn-West willen omtoveren tot hun stukje paradijs op aarde. Sinds ik donderdagavond in het KRO-programma Oog in Oog het tv-interview met Quinsy Gario heb gezien, ben ik tot de conclusie gekomen dat ik me schromelijk heb vergist. 

Lokaal gezien blijven mijn favoriete beroepsklagers uit Berg en Bos gewoon onbedreigd op nummer één staan, daar verandert niets aan. In landelijk opzicht verbleekt de fine fleur uit Berg en Bos volledig bij het getraumatiseerde opperhoofd van de anti-zwartepietenlobby, die nog altijd stevig zit vastgeketend aan het slavernijverleden van zijn voorvaderen. Wát een enorme bijgoochem! Op het moment dat Quinsy ophoudt het verongelijkte slachtoffer te spelen, kan hij in een bananenrepubliek als de onze zo de politiek in. 
Bij het aanhoren van wat Quinsy te melden heeft, ga ik als naïeve blanke toch wel behoorlijk met de oren klapperen. Zelfs bij Den Haag Vandaag of PowNews zie je zelden iemand die zoveel wartaal uitslaat. Je houdt je hart vast bij de gedachte aan wat er dreigt te gebeuren wanneer zo’n stakker na 1 januari verstoken blijft van de specialistische hulp die hij nodig heeft. Stel je voor zeg, dat hij na het overhevelen van zorgtaken naar de gemeenten niet meer de voorkeursbehandeling krijgt die hij in Nederland zijn leven lang heeft genoten. Dan laat het regime Rutte die arme Quinsy net zo aan lot over als al die honderdduizenden oudere, zieke en zwakke blanke Nederlanders. Zie je het voor je? Nederland zou te klein zijn!
We slaan zo langzamerhand compleet door in onze dictatuur van schreeuwende en zeurende minderheden. Tegenstanders van Zwarte Piet, met de weledele heer Gario aan het hoofd, pleiten voor begrip, maar bewerkstellingen met hun zelfingenomen gejammer juist het tegenovergestelde. En dat terwijl juist ieder weldenkend mens de aanklacht tegen slavernij en racisme zou moeten steunen. Onderdrukking in welke vorm dan ook dienen we te allen tijde te bestrijden. Gezamenlijk. Met z’n allen. Hand in hand, kameraden. Eerlijk zullen we alles delen, óók suikergoed en marsepein!
We mogen best eens uitgebreid stilstaan bij wat nationale helden werkelijk hebben uitgevreten, zowel achter de eigen slaapkamerdeur als in de voormalige koloniën. Over Piet Hein, Prins Bernhard of Ruud Lubbers valt veel meer te vertellen dan wat in een willekeurig geschiedenisboekje beschreven staat. Bij de lessen vaderlandse geschiedenis waar scholen hun leerlingen aan blootstellen blijven de smeuïgste details veelal achterwege. 
Al die geschiedkundigen van de anti-zwartepietenlobby zouden hun selectieve verontwaardiging ook opzij moeten zetten. Zij doen er goed aan eens wat nauwkeuriger hun huiswerk te doen. Ik besef terdege dat deze mensen in Nederland het alleenrecht bezitten om zich gediscrimineerd te mogen voelen. Zij zijn de enigen die recht van spreken hebben en mogen klagen. Toch is het alles behalve verkeerd de oogkleppen eens af te zetten. Volgens mij werkt dat prima ter verruiming van het blikveld. Naast hun eigen gekleurde geschiedenis moeten ze zich misschien eens wat meer verdiepen in de historie van dat verketterde land dat hen zo liefdevol in de moederschoot heeft opgenomen. 
Je weet wel, dat land waar iedereen vrij zijn mening kan verkondigen en ongestraft iedereen met een andere huidskleur een racist mag noemen. Al ver voordat de eerste slavenschepen de oceaan overstaken, had in Nederland ook menig blanke geen zeggenschap over eigen lijf en leden. Ik kan me tenminste moeilijk voorstellen dat het leven van zo’n lijfeigene in de Middeleeuwen een pretje is geweest. Maar dat terzijde, dat heeft uiteraard niks te maken met de pijn die Quinsy voelt.
Ik vrees dat de meerderheid van de Nederlandse bevolking er niet op hoeft te rekenen dat Quinsy en zijn makkers hun wild geraas staken. Ik zou zeggen, ze doen hun best maar. We leven tenslotte in een vrij land, waar iedereen mag doen wat hij niet laten kan. Ik twijfel er niet aan of dat zij het allemaal beter weten. Zij bepalen wie er een schimmel tussen zijn benen mag hebben, niemand anders. Ik mag daar niks over zeggen, ik ben tenslotte maar een domme blanke. Of moet ik zeggen: een bevooroordeelde zwartkijker? 
Als ik, als ik tenminste zo vrij mag zijn, de feiten eens goed op een rijtje zet, dan kom ik tot de conclusie dat Columbus feitelijk de veroorzaker is van al deze onzinnige heisa. Columbus is in 1492 immers zo dom geweest als eerste de trans-Atlantische oversteek te maken. Achteraf bekeken had de brave ontdekker van Amerika beter thuis in Genua kunnen blijven zitten. Dan was die druk bevaren waterweg tussen de Nieuwe Wereld en Afrika v.v. nooit in gebruik genomen. En – de prettigste gedachte van alles – dan hadden we hier in Nederland nooit types als Quinsy Gario over de vloer gekregen. Goh, wát een ellende was ons dan bespaard gebleven zeg.
Ik zal ongetwijfeld niet de enige zijn bij wie die hele zwarte pieten-discussie zo langzamerhand de keel uit komt. Al dat gedram dient geen enkel doel, het verscherpt juist alleen maar tegenstellingen. Straks wil Quinsy ook nog de kleur bepalen die de chocola van de chocoladeletters naar zijn onbescheiden mening moet hebben. Dat mag dan alleen nog maar puur zijn, omdat witte chocola ongetwijfeld nieuwe, ver gezochte associaties oproept met slavenhandel, racisme en andere zaken die we kunnen missen als kiespijn.
Ik ben helemaal klaar met dat geouwehoer om niks. Sodemieter alsjeblieft gauw op. Stop het hele zooitje in de zak van Piet, voer ze af naar Spanje en laat ze alsjeblieft nooit meer terugkomen. Ik kijk nu al met angst en beven uit naar welk lot de Paashaas eerdaags te wachten staat, zo’n ander verderfelijk symbool van blanke decadentie. Arm beestje…
Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen