COLUMN TUSSEN BERG EN BOS: Waterkanonnen

Ik ben overstag gegaan. Ik heb me zo’n Duits milieuvignet in de maag laten splitsen. Niet uit vrije wil, absoluut niet. Feitelijk ben ik er gewoonweg toe gedwongen. Ik heb het lang uitgesteld. Ik heb bewust centra van Duitse steden gemeden waartoe je tegenwoordig enkel toegang krijgt met zo’n sticker op de voorruit van de auto. Ik ben ook meer dan eens in overtreding geweest, durf ik wel te verklappen. De pakkans is weliswaar gering, maar je zult toevallig maar een keertje pech hebben en tegen de lamp lopen. Om een bekeuring van 80 euro te riskeren, daar koop je weinig voor. Boetes voorkomen blijft verstandiger en goedkoper. Je moet als Nederlander al zoveel betalen in onze alom geprezen Europese Unie. Die 13 euro voor zo’n vignet tikken we er toch zeker gewoon bij af. Niks is anno 2015 meer te dol.

Het weekendje dat ik samen met m’n neefje in het oosten van Duitsland doorbracht, lag ten grondslag aan mijn besluit tot aanschaf van zo’n flutsticker. Magdeburg, één van onze bestemmingen, behoort tot de steden met zo’n prachtige Umweltzone. Het is werkelijk een verademing, de schone lucht die je er inhaleert… Niet dat je er veel van merkt hoor. Het is meer de gedachte. Het idee dat je bijdraagt aan een gezonde leefwereld. Dat lucht op. Vooral in de portemonnee. Bij een temperatuur van tegen de 30 graden was frisse lucht vrijdag trouwens ver te zoeken in de schaduw van de Magdeburger Dom, maar dat terzijde. Juist het stikstofgehalte stuit op zulke momenten behoorlijk tegen de borst. Maar eerdaags bedenkt een briljante geest vast en zeker wel een extra vignet, taks of accijns om óók die overlast te bestrijden.

We zijn voetballen wezen kijken. Bij onze oosterburen begonnen afgelopen weekend de competities in de tweede en derde speelklasse. Het uitstapje naar Magdeburg, Dresden en Braunschweig betekende voor mij in zekere zin een reis terug in de tijd. Meer dan dertien jaar geleden bezocht ik al eens eerder een thuiswedstrijd van de 1.FC Magdeburg, de enige voetbalclub uit de voormalige DDR die ooit een Europese beker won. Mijn eerste persoonlijke kennismaking met Dynamo Dresden, de andere voormalige Oost-Duitse grootmacht waar ik afgelopen weekend op de tribune zat, dateert van nóg verder in het verleden. Bijna 25 jaar om precies te zijn. Het waren andere tijden. Zoveel is wel duidelijk.

Neem alleen de behuizing van de populairste voetbalclubs uit Magdeburg en Dresden. Die is sindsdien aan grondige verandering onderhevig geweest, mogen we wel stellen. Destijds werkten zij hun thuiswedstrijden af in troosteloze betonbakken, zoals Oost-Europa er zovele kende. Vernoemd naar respectievelijk Ernst Grube en Rudolf Harbig. Wie kent ze niet? Vandaag de dag ontvangen 1.FC Magdeburg en Dynamo Dresden hun gasten in de Derde Liga in moderne arena’s. Sjieke voetbaltempels met alles erop en eraan. Het ontbreekt de toeschouwers er aan niets. Dat was in 1990 en 2002 wel een ietsepietsie anders.

Van de wedstrijden die ik er bijwoonde, kan ik me eerlijk gezegd weinig meer herinneren. Van het ‘Umfeld’ des te meer. In Dresden was in september 1990 sprake van volstrekte anarchie. Ruim tien maanden na de val van de Berlijnse Muur moest de politie na afloop van het treffen met Chemnitz zelfs waterkanonnen inzetten om de supporters van beide clubs uit elkaar te houden. Magdeburg is me bijgebleven vanwege de uitdossingen en vooral de haardracht van een groot deel van het publiek. Kale koppen. Bomberjacks. Doc Martens boots. Ik heb nadien nooit meer ergens meer zóveel skinheads bij elkaar gezien als op die bewuste avond in en rond het Ernst-Grube-Stadion.

Uitgerekend afgelopen weekend kwam Dresden negatief in het nieuws. Voor de zoveelste keer. Dit kwam niet door de afgetekende 4-1 thuisoverwinning die Dynamo boekte bij haar seizoensouverture op de reserves van VfB Stuttgart. Er hoefden ditmaal geen waterkanonnen aan te pas te komen om oververhitte Dresdner supporters te doen afkoelen. Nee, de meer dan 25.000 toeschouwers in het Stadion Dresden gedroegen zich voorbeeldig. Zij zorgden voor een geweldige ambiance die we in Nederland zelfs in de Eredivisie niet zo gauw beleven.

Nee, het liep een dag eerder uit de hand bij een opvangkamp voor asielzoekers. Ruim 1100 vluchtelingen uit hoofdzakelijk Syrië worden de komende tijd in dit provisorische onderkomen aan de rand van het centrum ondergebracht. En met hun komst is niet iedereen blij in de stad van Pediga, de beweging ‘tegen de Islamisering van het avondland’. Sympathisanten van de neonazistische NPD raakten slaags met de ME. Bij onze aankomst in Dresden, een etmaal na de opstootjes, reed ik bij toeval langs het kamp. In de straten rondom het tentendorp wandelden tientallen bewoners. Zonder uitzondering mannen. Cameraploegen en politieagenten hielden elke move nauwlettend in de gaten. Buurtbewoners werden naar het schijnt behoorlijk overdonderd met de plotselinge komst van hun nieuwe buren. Tsja, als ergens geen problemen zijn, dan zorgen volksvertegenwoordigers er wel voor dat ze er komen. Het is overal hetzelfde. Met dat verschil dat het in Duitsland qua massaliteit onze Nederlandse ‘probleempjes’ vele malen overtreft.

Ik kan nou wel van alles zeggen over wat ik daar zag in Dresden, het lijkt me verstandiger om het niet te doen. Het kan namelijk weleens verkeerd geïnterpreteerd worden. Onze wereld kent al veel te veel onverdraagzaamheid. Hoe bizar het leven ooit was in dit deel van Duitsland ervoer ik op de terugweg, een dag na de wedstrijd van Dynamo. In Marienborn stonden we geruime tijd stil bij de Gedenkplaats voor de Duitse Deling. Op de Bundes-Autobahn A2 van Hannover naar Berlijn houdt de voormalige grensovergang tussen ‘Oost’ en ‘West’ de herinnering levend aan de paranoia van het voormalige DDR-regime.

De grenswachten van weleer zijn dan weliswaar verdwenen, met hun vertrek is lang niet alles beter geworden. Milieuvignetten vormen daar slechts een piepklein bewijs van.

RK

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen