Op maandag 13 juni brachten enkele Tweede Kamerleden een bezoek aan Buurtcoöperatie Apeldoorn-Zuid (beter bekend als Zuid Doet Samen). Dit om met eigen ogen te zien hoe een burgerinitiatief zoals de Buurtcoöperatie in de praktijk werkt.
In buurthuis Ons Honk gingen Carla Dik-Faber (ChristenUnie), Roelof Bisschop (SGP) en Grace Tanamal (PvdA) in gesprek met medewerkers van de coöperatie en leerlingen en docenten van het Hoornbeeck College.
Succesfactoren voor de buurtcoöperatie
Na een introductie over wat de Buurtcoöperatie doet, werd er wat meer verteld over welke (grote) hobbels er genomen zijn tijdens de oprichting ervan. Vervolgens deelde wethouder Paul Blokhuis zijn ervaringen vanuit de gemeente met de coöperatie. Verder kwamen in het opbouwend-kritische gesprek diverse onderwerpen naar voren zoals: hoe zorg je ervoor dat je genoeg leden hebt om te kunnen zeggen dat de Coöperatie van de hele wijk is? En wat zijn de succesfactoren voor een initiatief als deze? En wat kan de politiek doen om meer ruimte te maken voor burgerinitiatieven?
Zorgen om niveau 2 stagiaires
Een ander onderwerp betrof de zorgen die leven rondom de doorstroom van mbo niveau-2 leerlingen naar de arbeidsmarkt. Via de Buurtcoöperatie lopen leerlingen helpende zorg en welzijn van twee mbo-scholen stage bij buurtbewoners thuis. Daarin betekenen zij enorm veel voor de buurtbewoners en andersom leren de studenten veel van de buurtbewoners. Maar zorgverzekeraars hebben als beleid dat zij deze zorg niet vergoeden. En dat betekent dat veel niveau-2 leerlingen geen baan kunnen vinden. Een grote zorg voor zowel de coöperatie als de aanwezigen vanuit het Hoornbeeck College. Dit probleem staat nu duidelijk op het netvlies van de aanwezige Kamerleden.
De Buurtcoöperatie kijkt terug op een nuttige en opbouwende middag.
