COLUMN TUSSEN BERG EN BOS: de Hollandse school

In al mijn onbescheidenheid overweeg ik te solliciteren bij de KNVB. Ik neem tenminste aan dat bij de voetbalbond op zeer korte termijn een leuke vacature vrijkomt. En nou beperkt mijn trainerservaring zich slechts tot het begeleiden van de C3-junioren van AGOVV, maar dat elftal werd onder mijn bezielende leiding in het legendarische seizoen 1985-1986 wel mooi kampioen! Slechter dan de huidige bondscoach kan zelfs ik het onmogelijk doen. Ik heb geen zoon die ik koste wat kost wil opstellen, ik zou alleen spelers kiezen die bij hun clubs wel met zekere regelmaat aan de bak komen en ik acht mezelf ook prima in staat een keeper te vinden die wél ballen tegenhoudt. Ik ben er van overtuigd dat ik er oog voor heb. Gelukkig ben ik niét blind.

Ik heb me de afgelopen dagen hoe dan ook buitengewoon kostelijk geamuseerd. Nee, niet van de geleverde wanprestaties van die verwende miljonairs die dat oranje shirt onwaardig zijn. Hoe zij dreigen te verkloten dat wij volgend jaar met een steeds groter wordende waarschijnlijkheid niet naar het Europees kampioenschap in Frankrijk gaan, valt met geen pen te beschrijven. Géén Oranjecamping. Géén supportersfeesten. Géén beregezellige marsen naar de stadions. Hoe komt elke meeloper in 2016 in hemelsnaam de zomer door? En niet te vergeten al die arme bobo’s, die zich al zo hadden verheugd op een geheel verzorgd tripje met alles erop en eraan naar la douce France. Maar waar ik eigenlijk op doel, zijn de tenenkrommende reacties op internetfora en sociale media. Om je te bescheuren gewoon.

Wie wint, heeft vrienden, hè. Al die schreeuwers die ruim een jaar geleden het afbraakvoetbal toejuichten waarmee het Nederlands elftal brons pakte op het WK in Brazilië, laten nu geen spaan heel van hoe hun voormalige helden tot in den treure het balletje rondspelen. Misschien is het een wrange constatering, maar de Cillessens, Van der Wielen, Brumaatjes, Blindjes en Narsinghs kunnen eenvoudigweg niet beter. Kwestie van een gebrek aan kwaliteit. Simpel zat. En wanneer de heren het ook niet kunnen opbrengen om tot het gaatje te gaan, blameren ze zich tegen kwalitatief mindere tegenstanders. Die anonieme IJslanders en Turken voetballen wél met het hart. De trainers van die landen kramen geen onzin uit over dominantie en balbezit. Die stellen hun elftal in op het behalen van een goed resultaat. Met het verheffen van positiespel tot kunst, wint Oranje de oorlog niet. Laat staan dat het er kwalificatie voor het EK mee afdwingt.

Het is daarom een hele geruststelling dat we op het gebied van klagen wél voor eeuwig en altijd wereld- en Europees kampioen blijven. Zo zijn we tenminste toch nog ergens de beste in. Mekkeren zit ons in het bloed. Van Duitschen bloed, zoals ons volkslied ons leert. Jammer dat we niet over meer karaktereigenschappen van onze Oosterburen beschikken. Onze jongens, die er van alle kanten zo flink van langs krijgen, zouden een voorbeeld aan kunnen nemen aan de Weltmeister. Maar of we ons nou meer moeten schamen voor de ondermaatse prestaties van de pseudo-vedetten van Blinds elitekorps of voor de inhoud van al die online geplaatste stukjes stukjes proza, weet ik niet zo goed. Voor nuance is in elk geval weinig ruimte. Hoe sommige stukjesschrijvers onderbuikgevoelens laten opborrelen tot ver over de grens van het toelaatbare kan onmogelijk goed zijn voor hun bloeddruk. Alsof dat zenuwpeesje van Cillessen het waard is om slapeloze nachten van te hebben.

Wat ik vooral droevig voor woorden vind, is dat de kennis van de Nederlandse taal bij de meerderheid van de mopperaars behoorlijk te wensen over laat. Wat is er toch gebeurd met onze ooit zo vermaarde Hollandse school? De teloorgang beperkt zich duidelijk niet alleen tot het voetbalveld. De pijn zit véél dieper. Alle bezuinigingen op onderwijs en geestelijke gezondheidszorg doet velen in ons land geen goed, zo blijkt helaas. Al die arme, beklagenswaardige land- en lotgenoten krijgen helaas niet meer de aandacht, leerstof en zorg die zij zo dringend nodig hebben. Zij worden aan hun lot over gelaten. Onze overheid stelt andere prioriteiten. Dit maakt het onbehagen van de Nederlander almaar groter. Dankzij Mark Rutte en Bert van Oostveen loopt iedereen tegenwoordig lukraak over eens heen! We worden steeds meer het lachertje van Europa.

Donderdagavond ondervond ik in onze nationale voetbaltempel, annex parkeergarage in Amsterdam Zuid-Oost aan den lijve hoe droevig het gesteld is met ons nationale eergevoel. De mevrouw naast wie ik zat vond het een onterechte penalty voor Finland. Ach, Finland of IJsland, wat maakt het in uit? Ze bleven allemaal vrolijk verder klappen met hun klapkaarten. En vliegtuigjes maken van het papier van de programmaboekjes. Elk knakenelftal krijgt nou eenmaal de supporters die het verdient. Zelfs in het fluitconcert na het laatste fluitsignaal klonk berusting door. Wát een gezapig zooitje. Een fluitconcert onwaardig.

Doe mij dan maar stijf gesnoven hooligans die stoeltjes uit tribunes rukken om daarmee die geflopte internationals te bestoken. In zulke Hollandse knapen zit meer pit. Jongens van de gestampte pot. Jaag die lamzakken die te beroerd zijn te strijden voor volk en vaderland maar het stadion uit. Je zult als toeschouwer maar 30 of 40 euro voor een kaartje betaald hebben. Dan heb je toch zeker wel het recht om je bekocht te voelen.

Ach, en meneer Van Oostveen van de KNVB blijft ongetwijfeld vrolijk zitten waar hij zit. Net zo lang tot we op het niveau van Luxemburg of Andorra zijn aanbeland. Volgens Bert is er geen sprake van een crisis. Het is daarom maar goed dat de voetbalsport geldt als de belangrijkste bijzaak in het leven. Het falen van het Nederlands elftal leidt toch maar mooi de aandacht af van de werkelijke problemen waar we in Nederland onder gebukt gaan.

RK

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen